De gevolgen van de kabinetcrisis voor de missie in Uruzgan

Het kabinet Balkenende IV heeft geen overeenstemming bereikt over de mogelijkheid en wenselijkheid van voortgezette Nederlandse militaire betrokkenheid bij ISAF na december 2010. In dat licht hebben de PvdA bewindslieden hun ontslag aangeboden en de CDA- en CU bewindslieden hun portfeuilles ter beschikking gesteld.

Wanneer een beslissing genomen kan worden over een toekomstige Nederlandse militaire bijdrage na 2010 kan nu nog niet worden medegedeeld. Dat zal moeten worden bepaald zodra bekend is op welke basis het demissionaire kabinet de werkzaamheden voortzet.

Maar voorlopig betekent het dat het besluit omtrent de Nederlandse missie in Uruzgan van 2007 van kracht blijft. Dat betekent:

– dat op 1 augustus Nederland de leidende verantwoordelijkheid voor de provincie Uruzgan opgeeft; de NAVO cq de NAVO-bondgenoten zullen moeten bepalen welk land die verantwoordelijkheid overneemt;
– per december zal de Task Force Uruzgan zijn teruggetrokken uit Uruzgan. De afbouw van de TFU vindt dus plaats in de periode augustus-november.

In de komende weken zal Nederland met de NAVO en de bondgenoten overleggen over de voorbereiding van de overdracht van de leidende verantwoordelijkheid voor Uruzgan.

Ook geldt dat met de NAVO en de bondgenoten spoedig contact wordt opgenomen om hen te informeren over de situatie, nadat de consequenties van de val van het kabinet in Nederland helder in kaart zijn gebracht.


The consequences for the mission in Uruzgan

The fourth Balkenende government was unable to agree on whether the Netherlands’ military involvement in ISAF after December 2010 should continue.

For that reason, the Labour Party ministers and state secretaries have tendered their resignation, and the Christian Democrat and Christian Union ministers and state secretaries have indicated their readiness to give up their portfolios.

It is not yet possible to say when a decision can be taken on a future Dutch military contribution after 2010. This will have to be decided as soon as it is known on what basis the caretaker government will continue its activities. For the time being, the decision on the Dutch mission in Uruzgan that was taken in 2007 remains in force. This means that:

* the Netherlands will give up its lead responsibility in the province of Uruzgan on 1 August; NATO or NATO allies will have to decide which country will take over that responsibility;
* the Task Force will be withdrawn from Uruzgan between August and November; the last soldier will have left by December.

A government decision on a military contribution to ISAF after 2010 is likely to be politically controversial and must therefore wait until a new government has taken office. The same will probably apply to a decision on the future deployment of F-16s, helicopters and headquarters staff, and on the stationing of development workers and diplomats outside of Kabul.

In the coming weeks the Netherlands will consult with NATO and its NATO allies to pave the way for the transfer of its lead responsibility for Uruzgan.

In addition, NATO and our allies will quickly be informed of the situation, once the consequences of the government’s collapse in the Netherlands have been clarified.

(verklaring van het kabinet op www.regering.nl, 20 en 21 februari 2010)

Over Hans de Vreij

Retired Dutch journalist. Covered EU, NATO, UN, security & defense. Was correspondent in Berlin, Brussels, Geneva, Prague. Studied Russian language & literature.
Dit bericht werd geplaatst in Afghanistan, Defensie, NAVO, Uruzgan. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s