Even iets heel anders. Twintig jaar geleden kwam er een einde aan het bestaan van de Duitse Democratische Republiek (DDR). Een mijlpaal in de naoorlogse geschiedenis van Europa. Ik was destijds de enige fulltime Nederlandse correspondent in de DDR. En heb uiteraard veel geschreven en op de radio bericht over de periode voorafgaande aan (en volgend op) de Duitse eenwording.
Helaas ben ik niet erg goed in het bijhouden van mijn archief. Ergens in dozen moeten tientallen knipsels uit De Telegraaf en tientallen cassettes met radio-opnames uit die periode liggen. En videobanden, met uren opnames van bijvoorbeeld het democratisch geworden Oost-Duitse parlement. En de laatste uren van de eigen Oost-Duitse TV waarop het einde van de DDR werd bezegeld door nog éénmaal het eigen volkslied, ‘Auferstanden aus Ruinen’, ten gehore te brengen.
Op de avond van de 3e oktober stond ik in de mensenmassa voor het gebouw van de Reichstag in Berlijn. Wat me vooral is bijgebleven is het gedrang en de geur van stinkbommen (deze of gene club protesteerde daarmee tegen de Duitse eenwording). En uiteraard ook daar veel opnames gemaakt, die net als foto’s uit die tijd nu ergens in mijn rommelkast stof liggen te verzamelen.
Enfin, ZOU ik mijn archief goed hebben bijgehouden dan had ik voor de Wereldomroep een goed-gedocumenteerde historische terugblik op de eenwoording van de twee Duitslanden kunnen maken. Niet dus.
Wel vond ik nog een paar objecten uit die tijd. Het eenwordingsverdrag tussen de twee Duitslanden; de button die speciaal voor de eenwordingsdag was gemaakt; mijn DDR-perspas, en een obligaat stukje van de Berlijnse Muur. Onderstaand dat wat magere stilleven.