Onverwacht snel zijn 109 landen het in Dublin eens geworden over een wereldwijd verbod op bijna alle clusterwapens. De tekst zal vrijdag officieel worden bezegeld; de ondertekening vindt in december in Oslo plaats. Dit omdat Noorwegen vorig jaar het initiatief nam om clusterwapens de wereld uit te helpen. Het verdrag zal in werking treden zodra dertig landen het hebben bekrachtigd. Daarna krijgen de partijen bij verdrag acht jaar de tijd om hun bestaande voorraden clusterbommen, -raketten en –granaten te vernietigen.
Het verdrag is in die zin historisch dat het een complete categorie wapens verbiedt, zoals eerder al gebeurde met biologische en chemische wapens en anti-personeelsmijnen. Verder is dit het eerste internationaal bindende verdrag waarbij naast enkele regeringen vooral ook particuliere actiegroepen en hulporganisaties en instanties als het Internationale Comité van het Rode Kruis een voortrekkersrol hebben gespeeld. In het voorwoord bij het verdrag worden deze organisaties ook bij naam genoemd, voor zo ver bekend een unicum in de internationale diplomatie.
Van een universeel verdrag kan overigens nog niet worden gesproken omdat een aantal belangrijke producenten van clusterwapens niet aan het onderhandelingsproces hebben deelgenomen. Ze lijken ook niet van plan te zijn om zich alsnog bij het verbod aan te sluiten. Dit betreft de Verenigde Staten, Rusland, China, India, Pakistan en Israël. De Nederlandse minister van Defensie zegt dat jammer te vinden:
”Het is natuurlijk jammer dat ze niet hebben meegedaan aan dit Dublinproces. Maar wij geven de goede voorzet met vooral een aantal Europese landen en nu maar hopen dat andere landen later zullen bijsluiten”.
Het verdrag voorziet niet in een controlemechanisme om de naleving tot in detail te kunnen verifiëren. Wel zullen de aangesloten landen aan de Verenigde Naties moeten melden hoe ze het verdrag uitvoeren. De lidstaten komen jaarlijks bij elkaar om problemen of klachten te bespreken en er zal iedere vijf jaar een grote ‘toetsingsconferentie’ plaatsvinden.
Landen die het verdrag bekrachtigen, mogen geen clustermunitie meer gebruiken, produceren, in bezit hebben of doorvoeren naar andere landen. Verder moeten zij meehelpen met het opruimen van de restanten van door hen gebruikte clusterwapens en hulp verlenen aan de burgerslachtoffers van die wapens.
In het verdrag is verder een specifiek artikel opgenomen waardoor gezamenlijk militaire optreden met verschillende bondgenoten mogelijk blijft, ook als sommige bondgenoten – denk aan de NAVO of de EU – wél, en andere niét bij het verdrag zijn aangesloten.
Verder worden ook niet álle clusterwapens verboden. Toegestaan blijven ‘slimme’ clusterwapens mits die aan een aantal voorwaarden voldoen. De bom, raket of granaat mag niet meer dan negen stuks ‘submunitie’ bevatten, die zwaarder moeten zijn dan 4 kilogram, én specifiek ontworpen om een enkel doel gericht aan te vallen, én voorzien zijn van een zelfvernietigings- en zelfneutraliseringsmechamisme.
In de praktijk komt dat er op neer dat alleen een aantal ‘high-tech’ clusterwapens toegestaan blijven die ontworpen zijn om vijandelijke voertuigen of objecten uit te schakelen. Maar aan een huidige toepassing, zoals het als het in één klap ‘neutraliseren’ van grote oppervlaktes met vele honderden stuks submunitie, zal definitief een einde komen. En voor een land als Nederland betekent dat naast de eerder dit jaar al uit gebruik genomen clusterbom voor het F-16 jachtvliegtuig ook de kleinere clusterraket voor de Apache-gevechtshelikopter zal verdwijnen. Minister van Middelkoop:
” Ik vind dat belangrijk omdat dat ook de Nederlandse bijdrage kan zijn aan wat echt een historisch moment kan worden genoemd, namelijk een verbod op een type munitie waaarvan iedereen weet hoe afschuwelijk het kan zijn.”
Links:
Tekst Verdrag tegen Clustermunitie [Engels]
Klik om toegang te krijgen tot SecretariatsBlankRollingText28MayRev1_000.pdf
Conferentie in Dublin
http://www.clustermunitionsdublin.ie/
Cluster Munition Coalition
http://www.stopclusterbombs.org/