Defensie heeft zijn websites vernieuwd en uniform gemaakt. Het waren er dertien, elk met zijn opmaak en navigatiestructuur. Ik gebruikte er eerlijk gezegd maar vier: de algemene, en die van de landmacht, luchtmacht en marine. Nu is er één webadres: www.defensie.nl, en daaronder zijn alle krijgsmachtonderdelen te vinden. Een nieuwe, ‘corporate website’, zoals het ministerie in modieus Neder-Engels meldt.
So far so good. Overzichtelijke navigatie, alles bij de hand. Maar nu komt het: iemand heeft bedacht dat die ene website ook één passende steunkleur moet hebben. Paars, om precies te zijn. Eh, paars? Het past wel in de serie paarse kabinetten, en bij de onderlinge samenwerking tussen de krijgsmachtsonderdelen die ook al jaren met ‘paars’ wordt aangeduid. Maar het is je reinste polderkolder, als u het mij vraagt.
Ik ken eerlijk gezegd geen enkele krijgsmacht ter wereld die met de kleur paars geassocieerd wil worden. Want waar staat paars voor? Ik bedoel, buiten de Haagse kaasstolp? Niets krijgshaftigs in ieder geval. De Dikke van Dale (een woordenboek) verwijst naar de paarse kleur van bisschopskleding, “als symbool dat hij bereid moet zijn, zijn bloed te geven voor de kerk”. Maar in Nederland geldt a) een strikte scheiding tussen kerk en staat en b) is de krijgsmacht wel bereid tot opofferingsgezindheid, maar om daar nu opzichtig mee te koop te lopen? Ik heb daar zo mijn gedachten bij.
Een derde betekenis in de Van Dale mag ik u niet onthouden: “Symbolische kleur van een homosexuele en ultrafeministische gezindheid”. Ik weet niet of premier Balkenende en de ministers Van Middelkoop en Rouvoet naast de Bijbel dagelijks de Van Dale raadplegen, maar deze associatie kan het kabinet toch niet voor ogen hebben gehad. Leg dat maar eens uit aan de autoriteiten van host nations als Afghanistan (wat zouden de Taliban en de lokale bobo’s in Uruzgan er trouwens van vinden?) of Tsjaad.
Maar: gedane zaken nemen geen keer, en we zullen dus moeten leren leven met een paars defensie-imago. Wel vind ik dat het ministerie consequent moet zijn en het ‘corporate image‘ nu daadkrachtig moet doorzetten. Dus: voorzover niet op buitenlandse ‘ernstmissie’ rap álle spullen paars verven. Schepen, vliegtuigen, tanks, geweren, de gebouwen van het ministerie en de krijgsmachtonderdelen. Een paarsig camouflagepak zou ook niet misstaan, zeker niet als de militaire oefenterreinen in Nederland in het kader van het corporate image worden besproeid met een (uiteraard milieuvriendelijke) paarse kleurstof.
Overigens verdenk ik de bedenker van dit paarse concept er ernstig van zijn of haar inspiratie te hebben opgedaan na het zien van de Amerikaanse TV-serie ‘Operation Petticoat‘. Dolkomische avonturen van de gemengde bemanning van een roze onderzeeboot….
(PS: na het schrijven van dit stukje werd ik op mijn wenken bediend door de Tweede Kamer, die dinsdag besloot dat militairen voortaan in uniform naar de jaarlijkse homo- en lesbomanifestatie ‘Gay Pride‘ mogen. Mits dat in hun vrije tijd gebeurt. Nu ken ik niet één militair die in zijn of haar vrije tijd in uniform rondloopt, maar dat terzijde. Als het uniform in het kader van het corporate image nu snel paars wordt is er wat mij betreft niets aan de hand. Zie bovenstaande opmerking over de “symbolische kleur van een homosexuele en ultrafeministische gezindheid” uit het woordenboek.
PPS: Nu ik toch bezig ben: kunnen het ministerie en/of de Tweede Kamer ook iets doen aan een Gruwelijk Germanisme dat ongemerkt het militaire jargon is binnengeslopen? Het betreft het woord ‘aangrijpen’, vroeger gewoon ‘aanvallen’ geheten. Het komt van het Duitse Angreifen, zoals in de zin: “Sie greifen jetzt diese Käseköpfe an, Obersturmbahnfüher!” (mei 1940). ‘Ernstmissie’ klinkt trouwens ook verdacht veel als een germanisme)