Missie Uruzgan: het aftellen is begonnen

Op 1 augustus volgend jaar eindigt het werk van de Task Force Uruzgan. Dat wil zeggen, het Nederlandse aandeel daarin, qua aantal het grootste en bovendien is Nederland de lead nation, heeft dus de leiding. Vervolgens is het een kwestie van inpakken en wegwezen. Minister van Middelkoop van Defensie heeft toegezegd dat de laatste Nederlandse militair op 31 december 2010 Uruzgan zal hebben verlaten. Medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking zullen wél blijven, maar staan na 1 augustus 2010 onder leiding van een andere lead nation. Welke dat zal zijn is nog niet bekend, het meest genoemd: de VS.

Het aftellen is nu dus begonnen. Ik vraag me af welk psychologisch effect dat heeft op de beleidsmakers en de troepen. Wat die eersten betreft: ik kan me zo voorstellen dat zij misschien wat minder geneigd zullen zijn om écht ambitieuze plannen op touw te zetten. Zoals het (helpen) brengen van veiligheid in de twee ‘zwarte gaten’ van de provincie: de noordelijke districten Khas Uruzgan en Charchino (a.k.a. Shahidi Hassas). Dat men heeft getolereerd dat die twee districten vrijwel geheel onder controle staan van de Taliban komt omdat zowel Nederland als het Afghaanse leger en de Verenigde Staten (m.n. de Special Forces in de vier ‘Forward Operating Bases’) te weinig troepen hebben in de provincie.

Tot het eind van de missie zal men vermoedelijk de ingeslagen weg verder volgen: de bestaande ‘inktvlekken’ (in de districten Tarin Kowt, Deh Rawod en Chora) verder helpen ‘verdiepen’ qua veiligheid, lokaal bestuur en ontwikkeling. En verder gaan om de nog onveilige delen van die drie districten alsnog in de hand te krijgen.

Het afteleffect zal, denk ik, bij de troepen minder spelen. Nog één jaar: dat betekent nog drie rotaties van vier maanden. De meeste eenheden gaan nu voor de tweede keer, en ik heb me laten vertellen dat vooral de jongere militairen er geen enkel bezwaar tegen hebben om nog eens te worden uitgezonden. Anders ligt dat misschien bij het hogere kader (dat meestal voor een periode van zes maanden wordt uitgezonden) en technische specialisten waarvan een flink aantal al vele malen in Afghanistan is geweest (zij het voor kortere periodes). Daar zal het thuisfronteffect wellicht een prominentere rol gaan spelen, vooral bij de specialisten (hoogopgeleide monteurs, ICT’ers etc.) “Voor de zesde keer naar Afghanistan? Dan heb je nú de keus: óf je huwelijk óf je baan bij Defensie. Zoek maar een baan in de burgermaatschappij!”

En voordat ik het vergeet: van belang is natuurlijk de vraag wat de Taliban in de resterende twaalf ‘Nederlandse’ maanden van plan zijn. Sinds 2007 hebben ze in Uruzgan geen grootscheepse acties meer uitgevoerd en de provincie heeft voor de leiding duidelijk een veel lagere prioriteit dan het belendende Helmand en Kandahar. Maar niets garandeert dat dat zo zal blijven.

Over Hans de Vreij

Retired Dutch journalist. Covered EU, NATO, UN, security & defense. Was correspondent in Berlin, Brussels, Geneva, Prague. Studied Russian language & literature.
Dit bericht werd geplaatst in Afghanistan, Defensie, NAVO, Uruzgan en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Missie Uruzgan: het aftellen is begonnen

  1. Marcel zegt:

    “[…] ik heb me laten vertellen dat vooral de jongere militairen er geen enkel bezwaar tegen hebben om nog eens te worden uitgezonden.”

    Ook “oudere jongeren” hebben er geen bezwaar tegen!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s