(Naar aanleiding van de dood van korporaal Kevin van de Rijdt en sergeant-majoor Mark Leijsen dit keer een gedeelde column, van civiel vertegenwoordiger (civrep) Michel Rentenaar en de humanistisch raadsvrouw Ank van Harinxma. Beiden verbonden aan de Task Force Uruzgan. Twee toevallige observanten proberen met gezamenlijke stem te verwoorden wat het sneuvelen van de twee militairen voor hen betekent)
Ank van Harinxma:
Als ik moet sterven,
Als het echt niet anders kan,
Vraag me, vraag me dan:
“wat vond je ervan”
Ik heb geleefd, ik heb gehuild,
Ik heb gelachen, ik heb gevochten,
Ik heb liefgehad,
Ik hou ervan.
Ik heb veel gedaan,
Ik moest nog veel doen,
Ik ben gestruikeld,
Ik leer ervan.
Ik leef uit alle macht,
Ik leef met al mijn kracht
Als ik moet sterven,
Als het echt niet anders kan,
Vraag ik jullie:
“wat vond je ervan”
Een gedicht dat ik twee jaar geleden – voordat ik de eerste keer als raadsvrouw naar Uruzgan vertrok – schreef. Eigenlijk naar aanleiding van de indringende vraag van een collega-raadsvrouw… ‘enne, hoe denk je over je eigen dood?’.
Pats boem.
Een tijdje niets, een stilte, en toen schreef ik dit gedicht. Ik weet nog hoe ik wakker werd, ‘s nachts, een uur of 4 en ik had direct de eerste zinnen klaar.
Want zo denk ik erover.
“als het echt niet anders kan”…
en “wat vinden jullie van mijn leven?”.
Daar zit voor mij een groot deel van de kern.
Bij een afscheidsdienst voor een overleden collega wil ik vooral de persoon, de mens, centraal stellen. En ik wil van collega’s, maatjes, vrienden, weten “wat vond je ervan?”.
Hoe je in het leven staat, wat je doet, wie je bent, dat allemaal wil ik weten, veel en veel liever bij leven dan bij dood. Maar soms weet ik het pas ‘bij dood’. Dat is soms – helaas – het werk van geestelijk verzorger.
Een mens, twee mensen, Kevin en Mark, zijn veel te vroeg omgekomen.
Zoiets raakt iedere militair, iedere burger, die hier rondloopt altijd.
Ieder beleeft verlies op zijn eigen manier. Verlies, verdriet, boosheid: het moet vorm krijgen, het moet geuit worden. Daar is een afscheidsdienst voor. En daarnaast om het leven van de overleden collega vorm te geven. Ik, als humanistisch geestelijk verzorger, zorg – samen met mijn collega dominee – voor een herdenkingsdienst, een moment waarin we de tijd als het ware stil zetten en zoeken naar mogelijkheden om bepaalde gevoelens vorm te geven en te verwoorden.
Om samen met de maten, de persoon van iemand weer te geven, om toch de tijd te vinden om te praten over hoe iemand was, hoe bijzonder dat mens, die mensen, waren.
Samen met de maten zoeken we muziek, foto’s, al wat er is om die mens eer te bewijzen. Op die manier kun je letterlijk je verdriet vorm geven.
Zeg wat je wilt zeggen, nu kan het nog.
We komen samen, de civrep en ik bij de afscheidsdienst. De raadsvrouw als spreker, de civrep, samen met de generaal, als vertegenwoordiger van de hele TFU. Stilstaan bij het leven en de dood van twee collega’s.
Michel Rentenaar:
Mijn zoveelste werkdag als civrep van de TFU was aardig begonnen maar werd plots grim. Onheilspellende berichten over een vuurgevecht, een bermbom. En dan plotseling die harde onomkeerbare boodschap. Gesneuveld. Dood. Eerst nog zonder naam. Later met. Onmiddellijk een black hole procedure (stopzetten van alle andere communicatie met Nederland). Moeilijk te plaatsen stukjes informatie over familieleden en geliefden van de gesneuvelden.
Met een stevig stuk lood in mijn schoenen maakte ik de kluis open. Daarin een envelop met de woorden: ‘hoe te handelen bij het overlijden van een landgenoot’. Als diplomatiek vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden in Uruzgan moest ik de zogenaamde laissez-passers (reisbescheiden voor stoffelijk overschot) voor Kevin en Mark opstellen. Hun laatste reisdocument. Volle naam, geboorte- en overlijdensdatum, overlijdensreden, vliegroute. Allemaal schijnbaar gewone consulaire handelingen maar het voelde intens triest.
Ineens moest ik denken aan mijn dochtertje van negen die mij een jaar geleden vroeg: papa, wat voor werk doe jij eigenlijk? Het antwoord ‘diplomaat’ maakte het meisje weinig duidelijk. Toen vertelde ik haar dat een ware diplomaat de relatie tussen twee landen weet terug te brengen tot de relatie tussen twee mensen. Die kan goed of slecht zijn, langdurig vriendschappelijk of vol met diepe meningsverschillen. Het belangrijkste is dat die relatie oprecht is. Meen wat je doet en wat je zegt. Vertegenwoordig met verve waar je voor staat. Kevin en Mark deden dat op hun manier.
De volgende dag bij de herdenkingsdienst stonden onze gezichten op strak. De woorden van Ank en de anderen hadden me diep geraakt. De foto- en filmbeelden van Kevin en Mark in blije, levende vorm kwamen hard binnen. Twee van onze collega’s hebben het allerhoogste offer gebracht voor deze missie. Mijn gedachten, net als die van iedereen neem ik aan, gingen uit naar de familie en geliefden van Kevin en Mark.
Tijdens de muziek probeerde ik vorm te geven aan mijn eigen gevoel. Initiële verslagenheid maakte plaats voor vastberadenheid. Een dergelijk verlies mag niet voor niets zijn. Ik zal nog beter mijn best doen om deze missie tot een succes te maken, dacht ik verbeten. Anderen hoorde ik vergelijkbare dingen zeggen na de dienst en de uitvaart op de airstrip. Op het buro, dat ik deel met de generaal, hangen nu foto’s van Kevin en Mark. Wij zullen hen niet vergeten.
Zoals wij geen van de 21 omgekomen militairen in Afghanistan ooit zullen vergeten.
Ank van Harinxma, Majoor/Raadsvrouw, TFU-VII
Michel Rentenaar, CIVREP, TFU VII
IK vind dat jullie het samen heel mooi hebben kunnen verwoorden. Bedankt voor jullie bijdrage. Diep respect heb ik voor de beide mannen, Kevin en Mark…
Onze gedachten gaan uit naar hun nabestaanden.
Bij dit verdrietige moment, onomkeerbaar moment, van net nog levend nu dood, van warm naar de koude rilling over je rug, net nog volop hoop en vol levenslust om de ander te helpen, nu zelf geholpen worden, gedragen naar je laatste rust plaats. Het lijken 2 ver uit elkaar staande werelden, maar ze liggen ozo dicht bij elkaar. Laten we verbonden blijven met elkaar, ieder op haar/zijn eigen plek en wijze, verbonden met eergister en gister, met vandaag morgen en overmorgen. Om zo een ketting van vrede te rijgen. Aan die ketting blinken nu ook de parels van Kevin en Mark, meer kun je niet geven, dan je eigen leven. Een appèl op ons, om in het spoor van vrede brengers door te gaan en niet te verslappen. Gedenken we de families, vrienden bekenden en collegae, die deze parels, vredebrengers, nu node missen.