Stand van zaken missie Afghanistan (UPDATE)

De Tweede Kamer wordt door de regering regelmatig schriftelijk geïnformeerd over de stand van zaken bij de missie in Afghanistan. Onderstaand een serie ‘highlights’ uit de meest recente brief, die op 28 oktober is aangeboden.  De complete brief is hier te vinden (PDF-bestand).

Nieuw voor mij is de mededeling dat er in juli een grote aanval op het district Deh Rawod dreigde. Dat is volgens ook niet eerder in de publiciteit gebracht, of ik moet iets gemist hebben. Ik was er zelf in juni, maar heb toen niets gehoord of gemerkt van toenemende Taliban-activiteiten. Dat kan zijn omdat a) die activiteiten toen nog niet bekend waren, of b) dat men er geen behoefte aan had die te melden aan bezoekende journalisten.

(UPDATE 5 november 2008: navraag bij het ministerie van defensie leert dat de passage over een ‘dreigende aanval in het district Deh Rawod’ wat zwaar is aangezet. Het blijkt te gaan om een ‘verkenningsoperatie’ van beperkte omvang, Hindu Ghar, waarover het ministerie op 3 juli al berichtte)

De brief bevat een aantal interessante constateringen die verder voor zich spreken. Wat mij opvalt zijn de tekortkomingen op het gebied van materieel. Het is natuurlijk een beetje van de dolle dat het enige type strategisch transporttoestel, de (K)DC-10, niet is voorzien van een automatisch systeem met chaff en flares tegen luchtdoelraketten, waardoor er geen directe vluchten van Eindhoven naar Kandahar kunnen plaatsvinden.  Daarom moet er een tussenstop op Minhad worden gemaakt. Vandaar gaat het nu met Amerikaanse C-17’s naar Kandahar Airfield. Dat er vanaf begin volgend jaar één Hercules C-130 de pendeldienst tussen Minhad en Kandahar gaat verzorgen klinkt goed maar is een druppel op de gloeiende plaat: de Hercules kan slechts een fractie van het aantal personen vervoeren dat in een C-17 past.

Ook lichtelijk mal is dat er volgende jaar burgermaterieel en -personeel zou moeten worden ingehuurd om met onbemande vliegtuigjes verkenningsvluchten uit te voeren.  De Sperwer kan niet permanent in Uruzgan worden ingezet, lees: er is te weinig personeel voor.

Verder mis ik in de brief aan de Kamer informatie over de niet geheel onomstreden Highway Police die tegen betaling van grote sommen geld de beveiliging van bepaalde routes verzorgt.

Hans de Vreij

++++++++++++++++++++++++++++

Highlights:

– Over de volle breedte is langzame doch gestage voortgang waarneembaar. Toenemende veiligheid, meer democratie en verbetering van de levensomstandigheden voor de Afghanen zullen de ontvankelijkheid van de bevolking voor de druk van de leiders achter de gewapende tegenstand tegen de Afghaanse overheid uiteindelijk steeds verder verminderen.
– binnen het Afghaanse overheidsapparaat en vooral op provinciaal niveau verliest de versterking en uitbreiding van het overheidsapparaat vaart. De regering is hierover bezorgd
In Uruzgan blijven belangrijke functies als districtsgouverneur of districtspolitiecommandant vaak lang onvervuld, of voldoen nieuw benoemde bestuurders niet aan de criteria voor competentie, integriteit of tribale neutraliteit
– De eerste twee jaar van de missie heeft Nederland zich, naast het uitvoeren van snelle, zichtbare projecten, geconcentreerd op het leggen van een basis voor duurzame wederopbouw.
– Deze aanpak vergde geduld en vasthoudendheid en begint nu, twee jaar later, vruchten af te werpen
– de Nederlandse inspanningen een groeiend aantal Afghaanse en internationale NGO’s en VN-organisaties naar de provincie gebracht waardoor de capaciteit voor het uitvoeren van wederopbouwactiviteiten in de provincie aanmerkelijk is gegroeid. Tekenend voor deze ontwikkeling is dat de regering in 2006 verwachtte jaarlijks ongeveer 6 miljoen euro te kunnen besteden, terwijl inmiddels al ruim 70 miljoen is gecommitteerd. Nu een begin is gemaakt met de meest basale voorzieningen voor de bevolking van Uruzgan, zijn nieuwe sectoren als water en energie geïdentificeerd waarin Nederland de komende jaren zal investeren.

– De stammencultuur blijft een belangrijke factor in het maatschappelijk leven. Tribale loyaliteiten zijn veelal belangrijker voor lokale bestuurders of politieagenten dan de formele verantwoordelijkheid die verschuldigd is aan de Afghaanse overheid. Dit werkt corruptie in de hand en ondermijnt de geloofwaardigheid van de overheid bij de lokale bevolking. Hierdoor wordt de slagvaardigheid van de landelijke en de provinciale overheid beperkt, terwijl het overheidshandelen juist de kern zou moeten vormen van een betere toekomst voor Afghanistan. Het vooruitzicht van de verkiezingen leidt er bovendien toe dat ook hogere autoriteiten en bestuurders hun banden met hun tribale achterban aanhalen, hetgeen het functioneren van de bestuurslijnen van centraal naar lokaal niveau niet bevordert

Het winnen van het vertrouwen van de bevolking die decennia van conflict heeft moeten verduren, is niet eenvoudig. De Taliban zijn daarbij een tegenstander gebleken die behendig gebruik maakt van lokale conflicten en spanningen en die bruut geweld en intimidatie niet schuwt bij het beïnvloeden van de lokale bevolking. Voor het succes van de Nederlandse missie is het cruciaal gebleken om gedetailleerde kennis en inzicht te vergaren in de tribale verhoudingen en spanningen in de provincie.

– Het centrale doel van de ISAF-missie is de Afghaanse overheid te helpen zelf de veiligheidsproblemen in haar land ter hand te nemen. Capaciteitsvergroting bij leger en politie zijn daarvoor eerste vereiste, reden waarom Nederland in Uruzgan ten aanzien van beide sterk heeft geïnvesteerd

Bij de aanvang van de missie beschikte de TFU over één politieke adviseur (POLAD). Thans beschikt de TFU over een civiele staf van 13 personen, waarin niet langer alleen personeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook extern ingehuurde experts en een drugsbestrijdingsexpert van het KLPD zijn vertegenwoordigd. Ook op het gebied van politieopbouw wordt de inzet van de Koninklijke marechaussee binnenkort aangevuld met adviseurs van het KLPD, die worden ontplooid in het kader van EUPOL.
De toegenomen civiele presentie in Uruzgan is de opmaat voor het onder civiele leiding plaatsen van het PRT. Aan de Kamer is toegezegd er naar te streven dit uiterlijk in augustus 2009 te realiseren en de regering verwacht dat tijdpad te kunnen volgen.
De versterking van het civiele karakter van de Nederlandse bijdrage is breder dan de uitbreiding van de civiele staf in Tarin Kowt. Wellicht belangrijker is de komst van Afghaanse en internationale NGO’s, VN-organisaties en het bedrijfsleven.

De Talibanbeweging is geen homogene beweging. Zo bestaan de Taliban in Uruzgan voor een belangrijk deel uit lokale bevolking, die zich niet om ideologische maar om onder meer opportunistische redenen bij de beweging aansluit. De wedijver om de beheersing van schaarse plaatselijke hulpbronnen, zoals land en water, is hiervan vaak de oorzaak. Ook gebrek aan vertrouwen in de lokale overheid, bijvoorbeeld door corruptie, kan een reden zijn. Bij conflicten over hulpbronnen is vaak sprake van een partij of stam die aansluiting zoekt bij lokale vertegenwoordigers van de Afghaanse overheid en daardoor in staat is om ten koste van de andere partij haar belangen te behartigen. Hierdoor ontstaan geregeld vicieuze cirkels van wraak en wederwraak, hetgeen er toe kan leiden dat een van de partijen zijn toevlucht tot de Taliban zoekt. De Taliban gebruiken deze wedijver om lokale stammen aan zich te binden. Ideologische drijfveren zijn slechts van beperkte betekenis.

– In Uruzgan wordt door een combinatie van een strenge winter, droogte midden in het groeiseizoen en de wereldwijde hoge voedselprijzen, de beschikbaarheid van graanzaad bedreigd voor het komend landbouwseizoen dat deze maand begint.

– Na een relatief rustige lente in de zuidelijke regio is het aantal veiligheidsincidenten in de zomer opnieuw gestegen in vergelijking met vorig jaar. De veiligheidssituatie in Regionaal Commando Zuid als geheel is echter niet wezenlijk veranderd. Met name in het zuiden van Helmand heeft zich als gevolg van een Amerikaanse operatie een toename aan gevechtshandelingen voorgedaan. De komende periode moet uitwijzen in hoeverre dit optreden een duurzaam resultaat heeft opgeleverd. Ondanks de moeilijke veiligheidssituatie heeft ISAF in het noorden van Helmand het transport van een turbine beschermd, die is afgeleverd bij de krachtcentrale in de Kajaki-stuwdam. Na installatie kan deze turbine een groot aantal huishoudens in het Zuiden van Afghanistan voorzien van elektriciteit.
De veiligheidssituatie in Kandahar-stad is zorgwekkend.

Vergeleken met de andere provincies in het Zuiden is de situatie in Uruzgan relatief rustig. Het aantal gevechtshandelingen was relatief laag in vergelijking met vorig jaar en met de aanhouding of uitschakeling van een aantal Taliban-leiders is de capaciteit voor grootschaliger, gecoördineerd Taliban-optreden voorlopig afgenomen. Hoewel de situatie fragiel blijft, kan worden geconstateerd dat de Afghaanse overheid, met steun van ISAF, thans een groter deel van de provincie bestrijkt dan vorig jaar rond deze tijd. De relatieve rust in Uruzgan wil echter nog niet zeggen dat de invloed die de Taliban uitoefent op de bevolking structureel is afgenomen. Met intimidatie en geweld wordt de lokale bevolking en het bestuur onder druk gezet. Daarnaast wordt de veiligheidssituatie in Uruzgan negatief beïnvloed door tribale spanningen en het optreden van lokale informele machthebbers en hun milities, die het functioneren van de provinciale gouverneur en de inspanningen van de TFU belemmeren.
Grote Talibanacties gericht op de bevolkingscentra zijn veelal achterwege gebleven. Een grote gecoördineerde aanval op het district Deh Rawod en omliggende gebieden kon eind juli worden voorkomen door een succesvol optreden van ISAF en de ANA. De Taliban grijpen verder voornamelijk terug op het gebruik van IED’s, waarvan het gebruik significant is gestegen. Omdat ISAF veel explosieven voortijdig vindt, is het aantal geëxplodeerde IED’s in vergelijking met vorig jaar vrijwel gelijk gebleven. Daarnaast richten de Taliban zich steeds vaker op het uitschakelen van Afghaanse overheidsfunctionarissen en politieagenten.

Schattingen van het aantal Taliban in Uruzgan variëren sterk. De Taliban vormen geen homogene organisatie. De Talibanstrijders bestaan voor het overgrote deel uit de lokale bevolking, waarbij men zich om verschillende redenen Taliban noemt. Dit kan bijvoorbeeld zijn om financiële redenen, vanwege tribale conflicten of omdat men ertoe wordt gedwongen. Ook wordt de lokale Taliban regelmatig versterkt met strijders uit omliggende provincies en neemt het aantal Taliban voorafgaand aan een actie in een bepaald gebied tijdelijk sterk toe.

In Deh Rawod namen de activiteiten van de Taliban de afgelopen maanden toe. De permanente aanwezigheid van ANA- en ISAF-troepen ten westen van de Helmand-rivier en bij Chutu heeft effect op activiteiten van de Taliban, maar kan de invloed op de bevolking niet geheel neutraliseren.

– In Chora zorgt de recente dood van districtsbestuurder Rozi Khan, een vooraanstaande ex-mujaheddin, voor tribale spanningen. De stabiliteit in dit district lijdt onder tegenstrijdige belangen van verschillende lokale machthebbers en de afwezigheid van een formeel benoemde gekwalificeerde districtspolitiecommandant en districtsgouverneur.

– De 4e ANA Brigade in Uruzgan is in de afgelopen periode verder gegroeid. De geautoriseerde omvang van de ANA in Uruzgan is momenteel vastgesteld op 2.600 militairen waarvan per begin oktober 2008 ruim 2.300 militairen zijn aangesteld. Hiervan zijn inmiddels ruim 1700 man aanwezig in Uruzgan, waarvan er ruim 1400 dienst verrichten of ontplooid zijn te velde. Op dit moment stagneert de verdere vulling enigszins. De 4e Brigade mist nog een derde infanteriebataljon, dat sinds lange tijd elders buiten Uruzgan wordt ingezet. De plaatsing van dit bataljon in Uruzgan is van belang voor het vergroten van het ‘Afghaanse gezicht’ in de provincie en voor de verbetering van de veiligheid in Uruzgan.

– Voor Uruzgan zijn vier OMLT’s gevuld. Er is een OMLT voor het brigadehoofdkwartier, twee OMLT’s voor de infanteriebataljons en één voor het logistiek bataljon. Het OMLT voor het gevechtssteunbataljon is thans niet gevuld. Een Frans OMLT bestaande uit 72 man heeft medio augustus de begeleiding van het eerste infanteriebataljon op zich genomen. Dit bataljon opereert vanuit Camp Hadrian in Deh Rawod en de vooruitgeschoven patrouillebases Jahan Gul en Phoenix. In november zal het Australische OMLT de taken van het Nederlandse team overnemen, waarmee ook de begeleiding van het tweede infanteriebataljon in handen van een partner komt

Per 1 oktober 2008 is de Afghan National Auxiliary Police (ANAP) formeel ontbonden. Anticiperend op deze stap heeft de TFU de afgelopen maanden veelbelovende ANAP-agenten een vervolgopleiding aangeboden om hen om te scholen tot volwaardige Afghan Uniformed Police (AUP) agenten. Inmiddels hebben ruim 650 ANAP-agenten deze training doorlopen, die werd georganiseerd in goede samenwerking tussen de TFU, EUPOL en Amerikaanse en Afghaanse trainers.

– Om het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht te kunnen garanderen zijn extra middelen aan de Defensiebegroting toegevoegd ten behoeve van vervangingsinvesteringen en de operationele gereedstelling van eenheden in Nederland. In totaal gaat het om 260 miljoen euro. Het effect van de besteding van deze middelen zal echter niet direct zichtbaar zijn.

– De Sperwer wordt inmiddels ongeveer anderhalve maand ingezet. De Sperwer voert verkenningen uit, stelt schade vast na een gevecht (Battle Damage Assessment), ondersteunt konvooien en patrouilles en verkent routes om het plaatsen van IED’s te detecteren. Ook bij vijandcontact kan de Sperwer inzicht geven in de situatie zodat de TFU een betere situational awareness kan verkrijgen (waar bevinden zich de eigen troepen, waar de tegenstander en waar burgers).
De ervaringen met de Sperwer tot nu toe zijn positief. Ook tijdens de eerdere inzet in Uruzgan, van december 2006 tot april 2007, voldeed de Sperwer aan de verwachtingen. Ondanks het slechte winterweer had het systeem een relatief hoge missiebetrouwbaarheid.

– De Sperwer voorziet in de behoefte aan tactische lucht-grondwaarnemingscapaciteit. Zoals gemeld in de Kamerbrief aangaande onbemande vliegtuigen van de staatssecretaris van Defensie (Kamerstuk 30 806, nr. 4) wordt op dit moment ook onderzocht op welke manier invulling gegeven kan worden aan de behoefte aan operationele lucht-grondwaarnemingscapaciteit met een groter bereik in Afghanistan.

– Als gevolg van de maximale uitzendduur van het bedienend personeel is de Sperwer tot eind februari 2009 inzetbaar in Uruzgan. Om in de urgente behoefte van de commandant van de TFU aan lucht-grondwaarnemingscapaciteit te kunnen blijven voorzien zal de noodzakelijke capaciteit vanaf maart 2009 mogelijk civiel worden ingehuurd. Het traject hiervoor is onlangs gestart, waarbij zowel de tactische als de operationele behoeftes in beschouwing worden genomen. Indien civiel een UAV wordt ingehuurd zal deze door burgerpersoneel bediend moeten worden. De inzet van dit personeel is in overeenstemming met het regeringsbeleid ten aanzien van de inzet van civiele dienstverleners in operatiegebieden, zoals vastgelegd in de regeringsreactie op het AIV-advies over dit onderwerp (31 200X, nr. 116). De reguliere vervanging van de Sperwer door verwerving van een nieuw systeem zal niet eerder mogelijk zijn dan na 2011.

– De dreiging van IED’s heeft er onder andere toe geleid dat er bij de TFU behoefte is aan extra capaciteit voor het verkrijgen van inlichtingen en informatie. Op korte termijn voorziet Defensie in de personele uitbreiding van de TFU met twintig genisten en in enkele materiële verbeteringen, waardoor de capaciteit van de TFU tegen IED’s aanzienlijk kan toenemen.
Bij Defensie is een Joint Task Force Counter IED opgericht die in maart 2008 een plan van aanpak heeft opgesteld om de dreiging van IED’s voor de operationele eenheden verder terug te dringen. In de eerste fase is begonnen met verwerving van extra materieel voor het onderzoeken van voertuigen, het detecteren van IED’s en uitrusting voor de genie. Dit materieel zal omstreeks december 2008 ter beschikking komen van de troepen in Uruzgan.
In de tweede fase van het project worden nieuw materieel en nieuwe technieken ingezet om de dreiging van IED’s te verminderen en ervaring op te doen voor de structurele inbedding van counter-IED middelen in de krijgsmacht. Vanaf december 2008 start een operationele test met het gebruik van speurhonden om sneller en veiliger stukken terrein te controleren op de aanwezigheid van IED’s. Tevens wordt gestart met de invoer van een zogenaamde Advanced Search capaciteit om onder bijzondere omstandigheden IED’s te kunnen opsporen en onschadelijk te maken.

– Naast het opsporen van IED’s verdient het voorkomen van het leggen van IED’s de aandacht. Het gaat daarbij om het in kaart brengen van het netwerk van personen die IED’s maken en plaatsen, om uiteindelijk te voorkomen dat IED’s gebouwd, opgeslagen, vervoerd en geplaatst worden. Politieonderzoekstechnieken zullen worden toegevoegd aan de militaire inlichtingenmethodes om daders in kaart te brengen, op te sporen en bewijslast te verzamelen. Daartoe wordt de TFU met forensische- en inlichtingencapaciteit versterkt.

Omdat de Nederlandse (K)DC-10’s en civiel ingehuurde vliegtuigen nog niet zijn uitgerust met een zelfbeschermingssysteem, wordt voor het transport van of naar Afghanistan gebruik gemaakt van een overstappunt. Het transport van en naar dit punt vindt plaats met de (K)DC-10’s en civiel ingehuurde vliegtuigen. Voor de vluchten naar en van Afghanistan wordt gebruik gemaakt van tactische transportvliegtuigen die wel zijn uitgerust met een dergelijk systeem.
Aangezien Nederland vanwege onderhoud, modificatie en opleidingen in 2008 zelf niet de beschikking had over voldoende tactische transportvliegtuigen, wordt op dit moment gebruik gemaakt van Amerikaanse vliegtuigen voor het laatste deel van de route naar Afghanistan. Vanaf begin 2009 heeft Nederland weer permanent de beschikking over een operationele C-130. Het voornemen is hiertoe vanaf begin 2009 tot het einde van de missie één C-130 met een detachement (circa 50 personen) te stationeren op een vliegbasis in de Verenigde Arabische Emiraten.

– Defensie (heeft) inmiddels 48 Bushmaster-patrouillevoertuigen aangeschaft, waarvan er 31 ter directe beschikking van de TFU staan. In juni is de laatste bestelling van 13 Bushmasters geplaatst waarvan er zeven voor de TFU bestemd waren. Deze zullen vanaf deze maand inzetbaar zijn.

– Op basis van ervaringen en evaluaties wordt de nazorg voor uitgezonden militairen constant verder geoptimaliseerd.

– Begin september kondigde de Amerikaanse president Bush aan dat hij, na overleg met NAVO-bondgenoten, had besloten dat generaal McKiernan naast de functie van COMISAF de functie gaat vervullen van Commandant van de Amerikaanse eenheden in Afghanistan (COMUSFORCES in Afghanistan). De Amerikaanse senaat heeft begin oktober ingestemd met de aanstelling van generaal McKiernan als COMUSFORCES in Afghanistan. Met deze aanstelling kan een betere coördinatie worden bereikt tussen de verschillende inspanningen van ISAF en de Amerikaanse eenheden die optreden in Afghanistan.

– De Nederlandse schout-bij-nacht Matthieu Borsboom gaat per november 2008 voor een jaar de functie vervullen van Deputy Chief of Staff Stability (DCOS Stability) op het hoofdkwartier van ISAF in Kaboel. De DCOS Stability coördineert namens COMISAF de ISAF-steun aan de Afghaanse autoriteiten.

Vanaf 1 november 2008 is de Nederlandse generaal-majoor Mart de Kruif voor een jaar geplaatst bij de NAVO. Hij zal in deze periode het commando voeren over RC/South. Generaal De Kruif zal worden bijgestaan door een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiger, ambassadeur Willem Beelaerts van Blokland.

Met ingang van februari 2009 zal aan het commando over de TFU de rang van brigadegeneraal worden verbonden. De toename van het aantal internationale partners in Uruzgan binnen de TFU maakt de regie en de afstemming van ISAF-operaties in Uruzgan complexer. Daarnaast versterkt de rangverhoging de positie van Commandant TFU binnen RC/South. De commandanten van de Canadese en Britse Task Forces bekleden ook de rang van brigadegeneraal.

Frankrijk, Australië en Hongarije gaan bijdragen met infanterie OMLT’s. Het Franse OMLT is per medio augustus 2008 ontplooid in Deh Rawod. Het Nederlandse OMLT is als gevolg daarvan teruggetrokken. Een Australisch OMLT start in november. Over de exacte datum waarop het Hongaarse OMLT in 2009 zijn werkzaamheden zal aanvangen, vindt thans overleg plaats. Dit is mede afhankelijk van het moment waarop het derde infanteriebataljon in Uruzgan aantreedt. Slowakije heeft 5 militairen aangeboden als deel van een van de OMLT’s.

Tsjechië en Slowakije nemen inmiddels de bewaking van de Nederlandse kampen voor hun rekening. Tsjechië doet dit sinds juli in Deh Rawod, Slowakije sinds medio september in Tarin Kowt. Door de inzet van Tsjechië en Slowakije heeft Nederland twee tijdelijk ingebrachte wachtpelotons teruggetrokken, waarvan het laatste op 18 september in Nederland is teruggekeerd.
• Naast het wachtpeloton levert Slowakije sinds maart 2008 twee officieren voor het PRT. Deze bijdrage zal worden verhoogd tot zes. Op dit moment wordt onderzocht of Slowakije ook een volledig PRT-missieteam kan leveren, inclusief force protection.

De besprekingen over een bijdrage van Georgië zijn vanwege de huidige ontwikkelingen in dat land voor onbepaalde tijd opgeschort.

Als gevolg van de komst van de nieuwe partners konden tot op heden 100 Nederlandse militairen worden teruggetrokken. Wanneer alle partners in 2009 zijn gearriveerd zal de Kamer nader worden geïnformeerd over de consequenties daarvan, alsmede over de verdere reductie van de Nederlandse eenheden.

– de totale additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan ISAF (inclusief het Nederlandse F-16 detachement) voor de periode 2006 – 20101 zijn geraamd op 1.235 miljoen euro. In deze uitgavenraming was nog geen rekening gehouden met mogelijke besparingen door de inbreng van partnerlanden. De additionele uitgaven, inclusief deployment, van de missie tot 1 augustus 2008 zijn geraamd op 580 miljoen euro, de verlenging tot 1 augustus 2010 op 540 miljoen euro en de redeployment vanaf 1 augustus 2010 op 115 miljoen euro. De additionele uitgaven van de missie komen ten laste van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

Inmiddels is duidelijk dat de inbreng van partners geen substantiële financiële besparingen oplevert, vooral omdat de inbreng van de partnerlanden niet leidt tot een evenredige personeelsbesparing aan Nederlandse zijde. Daarnaast beschikken niet alle partnerlanden over voldoende materiële middelen en worden daarom logistiek en facilitair door Nederland ondersteund

– In aanvulling op het eerder onderkende noodzakelijke militaire vermogen, is echter zoals hierboven gesteld tevens een aantal aanvullende behoeften ontstaan waaraan Nederland een bijdrage wil leveren. Bij deze behoeften, die niet zijn opgenomen in de huidige raming, gaat het met name om extra counter-IED capaciteit, de inhuur van UAV-capaciteit en de inzet van PMT’s. Wanneer deze behoeften precies in kaart zijn gebracht en alle partners in 2009 zijn gearriveerd zal de Kamer nader worden geïnformeerd. Naar verwachting zal hierover bij Voorjaarsnota 2009 meer duidelijkheid bestaan. In combinatie met eventuele meevallers kan dan de totale raming nader worden beschouwd en zo nodig worden bijgesteld.

– In Uruzgan staan momenteel 43.000 kinderen ingeschreven op basisscholen, waarvan 4.150 meisjes. Daarnaast gaan 7.000 kinderen naar voortgezet of hoger onderwijs, waarvan ongeveer 250 meisjes. Dat is al een aanzienlijke verbetering vergeleken met enkele maanden geleden, maar nog niet genoeg.
Door middel van steun voor het EQUIP-programma neemt het aantal scholen in Uruzgan gestaag toe. Het EQUIP team dat in Tarin Kowt is gestationeerd heeft in 77 dorpen de dorpsraden gemobiliseerd, die op hun beurt school management comités hebben opgezet. In totaal zullen er dus 77 scholen worden gebouwd.

Met Nederlandse financiering worden 12 nieuwe Basis Gezondheidscentra en Subcentra gebouwd en uitgerust om de bereikbaarheid van gezondheidsdiensten te vergroten

Een internationale NGO is ook gecontracteerd om een voorlichtingsprogramma op het terrein van gezondheid en hygiëne uit te voeren via 119 dorpsgemeenschapwerkers en 45 religieuze leiders in Uruzgan.

– Quick & Visible Projects
Korte en voor de bevolking zichtbare activiteiten zijn bekostigd uit de QVP-middelen: bruggen, wegen en irrigatiekanalen zijn hersteld om de provincie en de markten toegankelijker te maken. Sinds september 2006 zijn 14 QVP programma’s van negen Afghaanse NGO’s gefinancierd.

Resultaten:
• Met de reeds afgeronde activiteiten in honderden dorpsgemeenschappen zijn meer dan 145 traditionele kanalen en irrigatiesystemen, 270 waterputten, 110 dorpswegen, een hangbrug, zaaigoed en kunstmest voor 3.000 gezinnen en de distributie van 24.000 fruitbomen verwezenlijkt.
• In meer dan 500 dorpen in alle zes districten van de provincie Uruzgan activiteiten zijn dorpsactiviteiten afgerond of in uitvoering. Deze betreffen onder andere 400 boomgaarden, drie kwekerijen, (hang)bruggen, irrigatiekanalen, kleinschalige energievoorziening, dorpswegen en gemeenschapsgebouwen. Naar schatting 30.000 mensen zullen profiteren van deze basisinfrastructuur die markten ontsluit en sociale voorzieningen naderbij brengt. In totaal wordt meer dan 60% van de bevolking met dit soort projecten bereikt
• Australië zal vanaf november 2008 zijn Reconstruction Task Force vergroten en omvormen tot een Mentoring Reconstruction Task Force. Deze zal bestaan uit het Australische OMLT, een beveiligings- en een genie-eenheid.
Singapore levert vanaf november 2008 voor een periode van zes maanden 20 man medische staf voor het Role II ziekenhuis op Kamp Holland. Ook Australië vergroot voor de duur van driemaal twee maanden (over een periode van anderhalf jaar) zijn bijdrage aan het Role II ziekenhuis met een chirurgisch team van 10 man.
Australië zal later deze maand enkele politiemensen plaatsen bij de TFU-staf, die onder andere zullen adviseren op het gebied van drugsbestrijding.
• Een aantal landen levert stafofficieren voor de staf van de TFU.

– Het tuinbouwbedrijf GSE (Growing Sales Exchange) is vooralsnog het enige Nederlandse bedrijf dat op het gebied van rurale ontwikkeling actief is in Uruzgan. Zoals bekend is GSE in augustus 2007 begonnen met de implementatie van een pilotproject voor saffraanteelt in samenwerking met provinciale overheid en twee Afghaanse NGO’s.
Resultaten:
• Met succes is bij 126 boeren van Tarin Kowt en Deh Rawod saffraan geplant. De beperkte eerste oogst en de verwerking daarvan is uitgevoerd en de velden zijn gereed gemaakt voor de droge periode. Vanaf eind augustus 2008 is de nadruk komen te liggen op het komende saffraanseizoen, de oogst zal in november worden opgekocht. Er is een selectie gemaakt voor uitbreiding van het saffraanareaal met ruim 150 nieuwe boeren waarvoor intussen 100 ton pootgoed aan Uruzgan is geleverd (er hebben zich 500 geïnteresseerde boeren gemeld). Door middel van het gezamenlijk gebruik van zes droogmachines wil GSE voorzichtig aansturen op de oprichting van boerenorganisaties.
• Begin 2008 zijn 100.000 fruitbomen aangeschaft en gedistribueerd deels voor zelfvoorziening (10.000 huishoudens) en deels voor de fruitmarkt (500 tot 600 ondernemers). De afgelopen maanden hebben de betrokken boeren onderwijs gekregen met betrekking tot de teelt, de bemesting, de irrigatie en het snoeien van de bomen.
• Er zijn projecten gestart met groentezaden en kippen. Met deze projecten worden vooral vrouwen bereikt. GSE heeft samen met het provinciaal departement van landbouw en een aantal Afghaanse NGO’s 20.000 families voorzien van groentezaden en bijbehorende kunstmest. Ruim 500 van de armste gezinnen, vooral alleenstaande vrouwen en kwetsbare gezinnen, hebben 8000 kuikens ontvangen.

GTZ is inmiddels actief in Uruzgan. Naast de aanleg van een provinciale weg rolt GTZ activiteiten uit tussen TK en Chora op het gebied van rurale ontwikkeling en landbouw. GTZ overweegt, naast het kantoor in TK, een kleine vestiging in Chora te openen.

– Nederland financiert de organisatie WOCCU bij het opzetten van een drietal financiële instellingen voor microkrediet. Na een lange opstartperiode loopt het programma van WOCCU nu voortvarend, de eerst financiële instelling is opgericht. WOCCU overweegt thans een tweede kantoor in de provincie te openen.

Resultaten:
• Dertig dorpen in Uruzgan werden recentelijk bezocht, het aantal leden steeg van 200 naar 418 en het aantal verstrekte leningen van 20 naar 90. Enkele ondernemers wisten zelfs een begin te maken met het aflossen van hun schuld.

Over Hans de Vreij

Retired Dutch journalist. Covered EU, NATO, UN, security & defense. Was correspondent in Berlin, Brussels, Geneva, Prague. Studied Russian language & literature.
Dit bericht werd geplaatst in Afghanistan, Defensie, NAVO, Uruzgan. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s