De Europese antipiraterij-operatie ‘Atalanta’ heeft op de Indische Oceaan twee groepen Somalische piraten onderschept voordat deze een kapingsactie konden uitvoeren. De operatie staat momenteel onder Nederlands bevel. De piraten werden op ruim 1500 kilometer afstand van de Somalische kust ontdekt.
Commandeur Pieter Bindt van de Koninklijke Marine is de Force Commander van Operatie Atalanta. Hij geeft, gesteund door een internationale staf aan boord van het fregat Hr.Ms. Evertsen, leiding aan een Europese vlooteenheid van gemiddeld 7-14 marineschepen en verkennings-vliegtuigen van vier deelnemende EU-lidstaten. Bij de onderscheppingacties van deze week werden vliegtuigen vanuit de eilandengroep de Seychellen ingezet en een Grieks fregat dat in de buurt voer. Luchtfoto’s hadden aangetoond dat het inderdaad om Somalische piraten ging.
Dat piraten zover van de Somalische kust opereren is momenteel mogelijk omdat in dit seizoen de zeegang er relatief kalm is. Bovendien wordt er nu in hun ‘traditionele’ werkgebied, met name in de Golf van Aden, zo intensief gepatrouilleerd dat daar sinds juli geen succesvolle kapingen meer hebben plaatsgevonden. Commandeur Bindt: “Kennelijk is de buit voor hen aantrekkelijk genoeg en de ellende op land ook groot genoeg. Ze gebruiken grote open skiffs, van 9-11 meter lang. Daar worden 12-16 grote brandstoftanks in gezet met diesel, benzine, en water. Dan hebben ze kleinere en snellere skiffs om de eigenlijke kapingen mee uit te voeren. ” De Griekse marine heeft in opdracht van Bindt de kleine ‘aanvalsbootjes’ met materiaal als ladders tot zinken gebracht.
Het gebied waarin de piraten opereren is nu ongeveer zo groot als heel West-Europa. Commandeur Bindt: “De Noordkaap ligt bij wijze van spreken bij de Straat van Hormuz, Gibraltar bij de zuidgrens van Tanzania. De oost- en westkant bedekken de helft van de Indische Oceaan.”
De piraten zijn deze keer niet aangehouden maar, met voldoende brandstof aan boord, teruggestuurd naar Somalië. “De eerste arrestatie gebeurt door het arresterende schip, en dat is een nationaal besluit door of de commandant of het Openbaar Ministerie van het land”, aldus commandeur Bindt. “Dat is in dit geval niet gebeurd want deze hebben we aangevat voordat ze een aanval ofwel een kaping konden uitvoeren. In een aantal landen is samenzweren voor het uitvoeren van piraterij vervolgbaar, maar een hoop Openbaar Ministeries vinden dat uitermate lastig. De straffen zijn ook nog niet zo hoog dat dat logisch is. Dat gebeurt ook bij misdrijven op land, dat Openbaar Ministeries om praktische redenen de vervolging even laten liggen.”
Op woensdag werd, eveneens in de Indische Oceaan, voor de tweede keer dit jaar het Amerikaanse containerschip Maersk Alabama aangevallen door piraten. Maar in tegenstelling tot de situatie in april, toen de eerste aanval plaats vond, was de Alabama nu voorzien van gewapende bewakers die op de piraten terugschoten nadat deze het vuur hadden geopend. Ook was het schip voorzien van een akoestisch ‘wapen’ dat gericht een bijzonder luide lawaaibundel afgeeft. Door het gebruik van deze middelen kozen de kapers na een half uur het hazenpad.
De VS hebben tijdens een bijeenkomst van de VN in New York aangedrongen op intensievere acties om de piraterij rond Somalië tegen te gaan. Ook zei een Amerikaanse vertegenwoordiger dat zijn land tegen het betalen van losgeld voor gekaapte schepen en hun bemanning is.
Links:
EUNAVFOR Operation Atalanta
Maritime Security Center Horn of Africa