De verzwegen nederlaag van Nederland in Afghanistan

Tien jaar geleden behaalden Nederlandse troepen in Uruzgan een belangrijke overwinning op de Afghaanse Taliban in de provincie Uruzgan. In juni 2007 vielen de Taliban het administratieve centrum van Chora aan, een strategisch gelegen vallei ten noorden van de hoofdstad Tarin Kowt. In Chora zelf waren niet veel Nederlandse troepen. Kolonel van Griensven (nu Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, toen commandant van de Task Force Uruzgan) stond voor een simpele keuze: terugtrekken of terugvechten. Hij koos voor dat laatste en gooide vrijwel alle gevechtseenheden van de Task Force in de strijd.

Nederlandse troepen in Chora

Bijna  de gehele Battle Group (totaal zo’n 400 man) verplaatste zich bliksemsnel naar de Chora-vallei en ging het gevecht met de Taliban aan. De zware pantserhouwitsers op Kamp Holland ondersteunden de troepen vanaf 30-40 kilometer afstand en er was vonden ook luchtaanvallen plaats door Nederlandse en Amerikaanse gevechtsvliegtuigen. Het werd een klinkende overwinning. De Taliban werden verjaagd en aan Nederlandse zijde viel maar één dode, niet eens door vijandelijk vuur. Sergeant-majoor Leunissen kwam om het leven doordat er een granaat voortijdig in zijn mortier ontplofte. Wel vielen er relatief veel doden onder de plaatselijke bevolking.

Vuursteun vanuit Kamp Holland. Foto: Defensie

De overwinning in Chora werd vanuit Den Haag breed uitgemeten. ‘De zwaarste slag van het Nederlandse leger sinds de oorlog in Korea van de jaren 50’ was een veelgehoorde zin die door het ministerie van Defensie werd gebruikt. Ook zou met de overwinning in Chora de ‘schande van Srebrenica’ zijn rechtgezet. Niet terugtrekken maar aanvallen en de lokale bevolking beschermen was het devies.

Veel minder aandacht (zeg maar: vrijwel geen) was er voor de grootste nederlaag van de Nederlandse troepen in Uruzgan, nog geen drie maanden later. Begin september 2007 begonnen de Taliban met de verovering van het district Deh Rawod, een van de andere ‘inktvlekken’ van de Task Force Uruzgan. Binnen de kortste keren hadden ze de Afghaanse militairen en politie verdreven uit de green zones, de landbouwgebieden van de plaatselijke bevolking. De Nederlandse en Amerikaanse troepen in het district konden weinig uithalen.

Volgens de vluchtelingenorganisatie van de VN, de UNHCR, had het Talibanoffensief zo’n tienduizend mensen in het district Deh Rawod van huis en haard verdreven. De UNHCR sprak van de grootste vluchtelingenstroom in de hele oorlog in Afghanistan tot dan toe. In kringen van de NAVO sprak men van de grootste terreinwinst die de Taliban waar ook in Afghanistan had geboekt sinds de komst van ISAF.

Gelukkig was er in Deh Rawod één Nederlandse journalist die de buitenwereld informeerde over het Talibanoffensief: Joeri Boom die destijds voor De Groene Amsterdammer werkte. Hij was al diverse keren in Uruzgan geweest en kon de ontwikkelingen goed duiden.

Joeri Boom krijgt schietles in Camp Hadrian

Tijdens het offensief werkte hij vanuit Camp Hadrian, het Nederlandse kampement in het district Deh Rawod. Zijn artikelen waren glashelder: er was in Deh Rawod sprake van een benarde situatie.  Zo benard dat hij zelfs schietles kreeg en een plaats kreeg toegewezen op de Hescowal rond Camp Hadrian, mochten de Taliban het kamp aanvallen. Persoonlijk ken ik  geen enkel ander voorbeeld tijdens de missie in Uruzgan dat een journalist semi-gemilitariseerd werd. Tekenend voor de situatie.

Korte tijd later bracht ik in het kader van een NAVO-reis naar verschillende delen van Afghanistan een bezoek aan Kamp Holland. Ik sprak er onder andere met de nieuwe commandant van de Task Force Uruzgan, kolonel Nico Geerts. Waarom de Taliban niet uit het district Deh Rawod werden verdreven, was mijn vraag. Het antwoord was eenvoudig “Daarvoor hebben we niet genoeg troepen hier”, zei Geerts. Daar kon de kolonel zelf natuurlijk niets aan doen. Het aantal Nederlandse troepen in Uruzgan was bepaald door het kabinet Balkenende-II. Dat heeft destijds de dreiging van de Taliban ernstig onderschat. Er kwamen lopende de missie ook geen wezenlijke versterkingen, dat lag in Den Haag allemaal veel te gevoelig.

De offensieven van de Taliban bij Chora en Deh Rawod toonden het nog iets aan: er was iets grondig mis met het vergaren van inlichtingen door de Task Force. Weliswaar waren de modernste middelen ingezet (Kamp Holland wemelde van de antennes) maar waar het aan ontbrak was humint, inlichtingen die onder de bevolking werden vergaard. Bij de start van de missie, zo blijkt uit onderstaande illustratie uit 2006*, had men nog geen idee hoe een groot deel van de bevolking van het district Deh Rawod tegenover de Taliban  stond. Het grote vraagteken in de kaart spreekt wat dat betreft boekdelen.

Stammen in het district Deh Rawod

Ik vraag me ook af of de Nederlandse Task Force wist hoe belangrijk dit district voor de Taliban was. Talibanleider Mullah Omar heeft er een groot deel van zijn jeugd gewoond (bij het plaatsje Kakrak, zie kaart). Tijdens het offensief in 2007 zou hij ook persoonlijk een kijkje zijn gaan nemen, wel vanaf de ‘veilige’, westelijke kant van de Helmand-rivier. Ook de toenmalige landelijke militaire commandant van de Taliban, Mullah Berader, kwam uit het district Deh Rawod. In de buurt van Kakrak vond trouwens in 2002 ook het beruchte Amerikaanse ‘bruilofsbombardement‘ plaats, waarbij zeker 30 burgers omkwamen waaronder familieleden van Mullah Omar. Dat was hij uiteraard niet vergeten. In de jaren ’80 vonden trouwens bij Deh Rawod ook felle gevechten plaats tussen troepen van de Sovjet-Unie (roodgekleurd in onderstaand kaartje) en de door het Westen gesteunde mujahedin.

Frontlinies bij Deh Rawod in de jaren ’80. Bron: U.S. Marine Corps

Mijn vertrouwen in de voorlichting door Defensie liep in 2007 door het gesjoemel over Deh Rawod een flinke knauw op. Er is niets aan de hand, het valt allemaal erg mee, zo luidde het devies in Den Haag. Ja, er waren een hoop mensen gevlucht, maar niet zo erg ver weg. Persoonlijk had ik meer vertrouwen in de meldingen van de UNHCR en het ISAF-hoofdkwartier. En vanaf dat moment geloofde ik nog maar weinig van de officiële defensievoorlichting. Motto: als je zo open bent over plaatselijke overwinningen, wees dat dan ook over plaatselijke nederlagen.

Nederland maakte plannen om het district Deh Rawod te heroveren. Maar bij de Amerikaanse en Afghaanse troepen maakten die plannen kennelijk weinig indruk. Nog voordat Nederlandse troepen in actie konden komen begonnen Afghanen en Amerikanen begin 2008 hun eigen offensief en mepten de Taliban het district uit. Totale afgang voor de Nederlanders…. Later dat jaar kon ik als eerste Nederlandse journalist een bezoek brengen aan het heroverde gebied.

Overleg met plaatselijke leiders in het heroverde gebied

Overleg met plaatselijke leiders in het heroverde gebied bij Deh Rawod. Foto: Hans de Vreij

 

*Bron: PRT Briefing, 2006

Over Hans de Vreij

Retired Dutch journalist. Covered EU, NATO, UN, security & defense. Was correspondent in Berlin, Brussels, Geneva, Prague. Studied Russian language & literature.
Dit bericht werd geplaatst in Afghanistan, Defensie, Uruzgan en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op De verzwegen nederlaag van Nederland in Afghanistan

  1. Nico geerts zegt:

    Hans je laatste opmerking klopt niet. De operatie in 2008, was wel degelijk een Nederlandse operatie. Genaamd Patan Gahr. Gepland en uitgevoerd onder NLD leiding.

    Met vriendelijke groet
    Nico Geerts

  2. Ik kende dat boek van Kitzen nog niet. Zie nu pas dat u het officieel in ontvangst heeft genomen. Meteen besteld 😉

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s